Keek op de week

7 mrt 2025

Patricia Feelders - Heijndijk

Wat mij opviel in het regionale nieuws van afgelopen week:

  • Jongen van 13 overleden na steekpartij, verdachte is eveneens 13 (Schiedam, zondag 23 februari)
  • Zes tieners aangehouden na vondst zwaargewonde jongen (11) die is neergeschoten (Rotterdam, woensdag 26 februari)
  • Meisjes (12 en 14) aangehouden voor mishandeling in metro Rotterdam, waarbij twee vrouwen bewusteloos werden geslagen (Rotterdam, donderdag 27 februari)
  • Jongens dreigen slachtoffer met mes om fatbike af te staan (Rotterdam, zaterdag 1 maart)

Het gaat hier om kinderen. Kinderen die rondlopen met een mes of met een vuurwapen. Kinderen die excessief geweld gebruiken of dreigen dit te gebruiken. En het beperkt zich zeker niet tot de grote steden. Begin februari werden in Brielle twee straatroven gepleegd, waarbij slachtoffers onder bedreiging van een mes werden gedwongen hun spullen af te geven. Er zijn drie verdachten gearresteerd: twee van 15 jaar en een van 16 jaar uit Brielle.

De vraag bij alle bovenstaande gevallen is: waar gaat het hier mis? Wat drijft kinderen tot deze acties? Alleen als we dat weten, kunnen we bepalen hoe we deze gebeurtenissen in de toekomst kunnen voorkomen. 

In 2007 beschreef het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum dat er vijf soorten risico’s zijn die kunnen leiden tot misdrijven door tieners: 

  1. Individuele factoren – Bijvoorbeeld weinig sociale vaardigheden, impulsief gedrag, het gebruik van drugs of alcohol, vrijetijdsactiviteiten (hangen op straat)
  2. Het gezin waarin de tiener opgroeit – Bijvoorbeeld geen goede relatie met de ouders, een gebrekkige opvoedingsstijl van de ouders of gebrek aan supervisie door de ouders
  3. Leeftijdgenoten – Bijvoorbeeld vrienden die misdrijven plegen of afwijzing door leeftijdsgenoten
  4. School – Bijvoorbeeld slechte schoolprestaties, zwakke binding met de school of criminaliteit op school
  5. Buurtfactoren – Bijvoorbeeld wonen in een achterstandsbuurt

(Bron: “Jeugddelinquentie: risico’s en bescherming”, WODC 2007).

Des te meer “slechte scores” op bovenstaande risico’s, des te groter de kans dat een tiener een ernstig misdrijf pleegt.  

Ondanks dat dit rapport al jaren geleden is geschreven, lijken de genoemde risico’s nog altijd geldig.
Wellicht zijn de risico’s zelfs nog groter geworden door het huidige gebruik van schermpjes en social media. Waar kinderen namelijk vroeger nog fysiek afspraken met elkaar, speelt tegenwoordig een groot deel van het sociale leven van kinderen zich online af. Het betekent minder persoonlijk contact van kinderen met elkaar (risico 1: sociale vaardigheden). Het online leven is ook meer uit het zicht van ouders (risico 2: gebrek aan supervisie door ouders) en social media kan leiden tot afwijzing door leeftijdsgenoten (risico 3). 

Omdat de risico’s voor misdrijven door tieners zich bevinden op meerdere gebieden ligt een integrale aanpak voor de hand, waarbij ouders, school, jeugdwerk en andere partijen een rol spelen. Wat mij betreft hebben ouders de hoofdrol. Het is belangrijk dat ouders zelf het goede voorbeeld geven en het kind leren respect te hebben voor een ander. Leg als ouder je eigen scherm weg en breng tijd door met je kind. Praat met je kind over hoe conflicten op te lossen. Geweld is nooit de oplossing.

Like en volg ons op social media:

© GroenLinks-PvdA 2024, webdesign door VDLX
Nieuws