| ||
De wereld glijdt steeds verder in een neerwaartse spiraal11 apr 2025De wereld door een regendruppelIk kijk door een regendruppel naar de wereld. In januari verzuchte ik in mij Keek op de Week al “In wat voor wereld leven wij, waar gaat 2025 naar toe?” Trump, Poetin, Netanyahu en Erdogan, maar ik kan de reeks nog wel langer maken. En nationaal, weliswaar van een bescheidener en kleingeestiger niveau: Faber, Klever, Wiersma, Keijzer en hun oppermarionet Schoof. Ernstige geopolitieke spanningen en interne problemen vormen tergende uitdagingen voor vrede en veiligheid, onzekere mondiale economie, afkalvende klimaatbezorgdheid en, in een kleiner perspectief in Nederland: huisvesting, zorg, integratie en een eerlijk asielbeleid.
Een druppel op een gloeiende plaat? Misschien niet: inmiddels vinden steeds meer van dit soort uitingen overal hun weg. Afgelopen weekend gingen in de Verenigde Staten honderdduizenden mensen de straat op tegen de machtswellusteling Trump, terwijl daarentegen het Rassemblement National van Marine le Pen slechts een handjevol aanhangers op de been kreeg in Parijs. En in Washington DC beginnen steeds meer republikeinen zich ernstige zorgen te maken in welk afgrond hun opperhoofd hen stort. Begint de wal het schip te keren? De term craquelé is Frans, staat voor barstjes en scheurvorming, en wordt onder meer in de wegenbouw gebruikt. Dit schadebeeld ontstaat in de regel aan het einde van de structurele levensduur van asfaltverharding. Craquelé is een duidelijk teken van het bezwijken van een asfaltconstructie. Craquelé, een mooi woord dat onze taal verrijkt, en volgens mij o zo toepasselijk voor wat zich nu in ons kabinet openbaart. PVV, VVD, NSC en BBB hinken van affaire naar affaire, en laten elke keer een nieuw barstje in hun samenhang achter. PVV is inmiddels bijna 20% van haar kiezersaanhang kwijt, BBB stort helemaal in elkaar evenals NSC, waarbij NSC en de VVD hun uiterste best doen om heel onschuldig om zich heen te kijken met een air van: ‘ik heb hier niets mee te maken’. Volstrekt onwaar! Deze twee minst onredelijke partijen in dit brokkenkabinet hebben er alles mee te maken: ondanks alle tekenen gingen zij in zee met de – soms extreem – racistische PVV en met de nitwits van BBB. Nog even en dan barst het craquelé in duizend (of op zijn minst: vijf) stukjes uiteen. De wal en het schipJa, ik denk dat langzamerhand de wal het schip begint te keren. Van de meerderheidscoalitie zou bij verkiezingen nu een verslagen minderheid aan kiezers over zijn. GroenLinks-PvdA consolideert zich op een redelijk hoog niveau, en ik denk dat een verdergaande fusie van mijn twee partijen dit zal versterken. CDA trekt zich weer op naar een redelijk niveau met dank aan de meestal overtuigende rol van de charismatische Henri Bontenbal en de teleurstelling van Omtzigt. Ook de andere progressieve exponenten D66, Volt, PvdD en SP blijven op zijn minst gelijk of groeien iets. De schraalhans van de huidige coalitie lijkt langzaam maar zeker door een nieuwe meerderheid met een menselijker en intelligenter gezicht te worden ingehaald. Een brede volkspartij is een deugdelijk schip
In de zeventiger jaren van de vorige eeuw beijverde mijn vader, Co Dankaart, zich in Amsterdam al om de PvdA en de toenmalige PSP (een van de samenstellende partijen van het huidige GroenLinks) tot een brede(re) volkspartij bij elkaar te brengen. Waarom? Omdat er meer mensen zijn dan alleen leden van de PvdA die het juiste voor ons land en de wereld willen. Sociaaldemocraten hebben heel veel goeds en sociaals voor onze gemeenschap gedaan en doen dat nog. Mensen van GroenLinks hadden dan misschien niet de geuzennaam ‘Sociaaldemocraten’, maar waren echt even zo sociaal. En PvdA-leden waren zeker niet tegen natuur en een beter milieu, maar toch heb ik ervaren dat de PvdA op deze aspecten beter, groener werd door de samenwerking met GroenLinks. Dat is de waarde van synergie: het totaal is beter dan de som der delen. En ja, ook ik heb wel eens kippenvel ervaren als een heel congres ‘con brio’ het prachtige lied DE INTERNATIONALE zong, en misschien zal ik binnenkort deze mooie traditie moeten missen. Dat zal ik dan echt missen, maar dan zal ik mij vasthouden aan ‘Makkers! Ten laatste male …’, en dan komt er een nieuwe tijd, met nieuwe mores, gewoonten en mogelijk ook liederen.
En dan: een kleine frustratieGevoelens bestaan uit levensgrote zorgen over de doden in Oekraïne, Gaza, Soedan en Congo, over kinderen in kledingateliers, over dakloze arbeidsmigranten in ons land, en over het opbranden van onze wereld, maar ook over zaken dichter bij huis en betreffende onze lokale bewoners waar onze raadsfractie zich doorlopend voor inzet. Ik zou ze allemaal willen aanpakken, en vaak heb ik dat ook gedaan. Maar er is er een, een kleinigheidje eigenlijk, maar wel een die elke keer weer bij mij opduikt als ik een bepaalde reclame op de radio hoor: de reclame van Promovendum, de verzekering voor hoger opgeleiden. Deze verzekeraar gaat er vanuit dat hoger opgeleiden minder schades veroorzaken, en dat daarom hun premie lager mag zijn. Misschien hebben zij wel gelijk en zijn de minder bedeelden echt grotere brokkenpiloten. Maar: verzekeringen zijn een vorm van solidariteitsmiddel. Met elkaar leggen wij premie in om de gevolgen van pech of onzorgvuldigheid op te vangen. Een lagere premie voor een hoger opgeleiden is direct oorzaak van een hogere premie voor een lager opgeleiden. Als lager opgeleiden werkelijk meer brokken maken, dan zou in mijn wereld de verzekeraar een deel van de premie moeten inzetten om de schadekans van minder bedeelden te helpen beperken. Misschien dat mensen met een sociale inslag zelf al de wenkbrauwen hebben opgetrokken bij de ‘verzekering voor de hoger opgeleiden’, maar als dat niet zo is en je er gebruik van maakt, misschien is het dan goed om eens over deze frustratie van mij na te denken. In elk geval: ik voldoe aan de criteria voor Promovendum, maar ik zal geen gebruik maken van de 20% goedkopere premie. Ik betaal mijn solidariteitsheffing bij een socialere verzekeraar. | ||